Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: [19]Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben; en [20]gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. 19. Namelijk Johannes en Ik. 20. Namelijk gij oversten en Farizeen; hfdst.7 vs.48.